Menu
    English

    Ontmoeting 54 | studiesucces en binding in Brussel

    Bormans bezoekt Brussel en waagt zich aan vraagstukken als hoe je ontworteling kunt tegengaan door binding te organiseren met studenten op school. Ook het afnemende studiesucces van mbo'ers op het hbo blijkt een belangrijk vraagstuk.

    Maandag 1 juni: 70 jaar UNESCO

    De UNESCO bestaat 70 jaar. Ook bij ons op school wordt daar bij stil gestaan. Collega Peter Dijkstra verbindt het gedachtegoed en de activiteiten van UNESCO met de opdracht van onze hogeschool en is initiator van een conferentie ter ere van haar verjaardag. Het thema van de conferentie: hoe gaan scholen om met de uitdagingen van deze tijd, hoe gaan docenten om met lastige situaties in de klas. Wat te doen als op een gegeven moment studenten hun steun betuigen aan IS, als de spanningen in een klas oplopen vanwege racisme, als respect het klaslokaal uitglijdt en onbegrip zich opdringt? Een filosoof met Nederlandse roots en twee collega's uit het Rotterdamse en Amsterdamse onderwijs, met Turkse en Marokkaanse roots delen hun ervaringen met ons. Dwars door de inspirerende alledaagse voorbeelden heen van hoe om te gaan met lastige situaties in de klas, komt in de discussie meer en meer een heel basaal vraagstuk centraal te staan.

    Ik mag openen. In het publiek zitten vele bekenden van me, mensen die ik heb leren kennen uit andere omgevingen dan de Rotterdamse. Zo zit mijn gewaardeerde oud-hoogleraar Roel in 't Veld in de zaal (tegenwoordig UNESCO-hoogleraar). Hij kent me nog uit de tijd (het wat sombere Nijmegen van de jaren '80) dat ik altijd een zwarte spijkerbroek en zwart Manchesterjasje droeg, met daaronder een zwart hemd. En klaarblijkelijk is dat beeld onverwoestbaar. Iets te luid, met de hem kenmerkende lichte spot: "Bormans, wat draag jij voor jouw doen mooie pakken tegenwoordig". 

    De filosoof houdt ons de spiegel voor van de wijsbegeerte: radicaal komt van het woord 'radix', dat wil zeggen 'wortel' en radicalisering is dan te beschouwen als een vorm van reductionisme. En in dat reductionisme zit het risico van niet meer in verbinding staan met de samenleving als totaliteit. Hij bepleit een aanpak waarbij we die trend proberen te keren door mensen voortdurend uit te nodigen uit hun isolement te komen en zich te verbinden met andere waardensystemen.

    Bijvoorbeeld: als er een isolement dreigt 'in het huis van de religie' stimuleer mensen dan om andere huizen op te zoeken, waar ook andere waarden heersen: het werk, de school, de vereniging. De mensen met ervaring in het onderwijs gaan mee in die gedachte, maar benadrukken dat dat niet gepaard moet gaan met ontwortelen. Het beeld ontstaat van niet geforceerd mensen willen ontwortelen, maar zorgen voor een bredere vertakking van die wortels. Het is duidelijk dat daar een enorme opdracht ligt voor het onderwijs.

    Midden in het gesprek  spreekt iemand een zin uit die bij me blijft hangen. 'We focussen ons te veel op die ene radicaliserende jongen en de vraag is of dat ons grootste probleem is'. Het probleem is breder, maar vooral dieper. Doordat we een relatief grote groep van ons aan het vervreemden zijn, die bij lange na niet geradicaliseerd is en dat waarschijnlijk ook nooit zal doen. De spanning in de klas zal zich wellicht minder manifesteren in dat ene radicaliserende geluid, maar eerder in een dieper liggende laag van moeilijkheden om binding te organiseren met alle jongeren in onze scholen. Er dreigt iets van een zich verdiepende culturele kloof die op den duur veel fnuikender is voor de maatschappelijke cohesie dan die ene radicale tekst.

    Woensdag 4 juni: in debat over het mbo

    De bestuurders in het hbo hebben de traditie om één keer per jaar bijeen te komen om de grote vraagstukken waar we voor staan eens goed met elkaar door te spreken. We doen dat deze keer in Ermelo.

    Het is prachtig weer. Ik gun mezelf die ochtend een paar uurtjes op de fiets. Goed voor lijf en geest. En als ik op pad ga, heb ik vaak mijn racefiets achterin de auto liggen. Vaak komt het er niet van, nu wel. Ik ken de streek totaal niet en typ een willekeurige plek in op mijn Garmin binnen een bereik van 30 kilometer: Elburg. Blijkt een prachtig stadje te zijn met een mooie oud-Hollandse historie.

    Fris gedoucht stort ik me in de tweedaagse. We boeken vooruitgang als je kijkt naar de kwaliteit van het gesprek dat de bestuurders onderling voeren. Stond dat gesprek ooit in het teken van competitie, nu is het meer en meer kennis delen. De wat meer private oriëntatie van een jaar of tien geleden heeft plaats gemaakt voor een overduidelijk publieke focus. Dan is het niet vreemd dathet vraagstuk van studiesucces deze dagen hoog op de agenda staat. We sturen te veel jonge mensen weg zonder diploma. Dat is geen uitdrukking van fout rendementsdenken, zoals het oppervlakkige en gemakkelijke commentaar soms luidt, maar een oprechte zorg vanuit een publieke doelstelling, namelijk dat we alle jongeren die wij toestaan naar het hoger onderwijs te komen, het recht op succesvol afstuderen moeten gunnen. Uiteraard binnen de steeds hoger wordende eisen van kwaliteit en niveau.

    Recente publicaties laten zien dat we reden hebben tot zorg. De studie-uitval stijgt. Dat gaat niet met grote stappen, maar de trend is onmiskenbaar niet goed. Een paar trends:

    • De mbo'er deed het altijd relatief goed bij ons (in tegenstelling tot het heersende beeld), maar verspeelt zijn voorsprong op de havist. Van alle studenten die in 2005 startten bij Hogeschool Rotterdam met een voltijd/duale Bachelor studie had bijna de helft van de mbo'ers na vijf jaar een diploma van die betreffende opleiding. Bij havisten lag dat percentage 10% lager. Vijf jaar verder (instroomcohort 2009) is het rendement van mbo'ers nog maar 2,5% hoger dan dat van havisten. Bij beide groepen studenten vond een daling plaats, maar bij mbo'ers veel sterker (van 49% naar 37%) dan bij havisten (van 39% naar 34%).
       
    • Allochtone meisjes deden het altijd relatief goed, maar verliezen snel terrein; met name de route via het mbo blijkt geen roltrap omhoog te zijn, maar één die naar beneden gaat. Van alle niet-westers allochtone meisjes met een mbo vooropleiding die in 2005 startten bij Hogeschool Rotterdam met een voltijd/duale Bachelor studie had 39% (net iets lager dan het hogeschoolgemiddelde van 43%) na vijf jaar een diploma van die betreffende opleiding. Vijf jaar verder (instroomcohort 2009) is dat nog maar 26% (ruimschoots lager dan het hogeschoolgemiddelde van 38%).
       
    • De positie van allochtone jongens was al zorgelijk, maar verslechtert, met name als ze via het mbo binnenkomen. Van alle niet-westers allochtone jongens met een mbo-vooropleiding die in 2005 startten bij Hogeschool Rotterdam met een voltijd/duale Bachelor studie had 32% na vijf jaar een diploma van die betreffende opleiding. Allochtone jongens met een havo vooropleiding bleven met 23% het sterkst achter op andere studenten. Vijf jaar verder (instroomcohort 2009) lag het rendement van niet-westers allochtone jongens met een mbo-vooropleiding op 16% en bij degenen met een havo vooropleiding op 13%.

    Onze hogeschool lijkt toe te groeien naar een situatie waarbij de eerstejaars een kleurrijke afspiegeling zijn van de Rotterdamse samenleving, maar waar we bij de diploma-uitreiking een witte school blijken te zijn. Er is overigens ook goed nieuws: we zien het studiesucces bij ons op de hogeschool in de breedte oplopen waar het de havist betreft.

    Jan van Zijl, voorzitter van de MBO-Raad, houdt die avond een gloedvolle en inspirerende tafelrede. Hij houdt ons een spiegel voor. In die spiegel zie ik mezelf met enige schaamte terug. We hebben als hogescholen - ik heb daar aan meegewerkt - net een visie gepresenteerd waarin het vraagstuk van studiesucces ook prominent aan de orde wordt gesteld, maar het woord mbo schijnt er niet in voor te komen. Het woord 'universiteit' wel 9 keer. Dat is dus niet goed. Jan nuanceert onze zorg over de mbo'er: de vergrote instroom als gevolg van de slechte conjunctuur zou de oorzaak zijn. Ik maak duidelijk het daar niet mee eens te zijn. Ik snap de zorg dat we niet moeten doen alsof elke route mbo-hbo een verkeerde is. Ik zal ook niet zeggen dat we te maken hebben met een probleem dat bij het mbo neergelegd moet worden: wij van het hbo zijn eigenaar van dit probleem.

    Er zijn mbo-hbo routes die perfect zijn en dat zijn er veel, de meerderheid zelfs. Routes waarbij de mbo'er kansrijker is om het diploma te halen dan de havist. Best practices bij Hogeschool Rotterdam zijn de opleidingsrichtingen Vormgeving, ICT en sociale studies met als voorloper Sociaal Pedagogisch Werk. Er zijn echter ook routes waarvan je op voorhand weet dat studenten uit het mbo vrijwel kansloos zijn en het is onmiskenbaar zo dat de emancipatoire weg die de route mbo-hbo altijd was, voor een deel een hobbelig pad naar beneden aan het worden is. Dat geldt vooral voor hbo-opleidingen in het economisch domein. Vaak is er geen veel voorkomende mbo-hbo route; de studenten komen van allerlei verschillende (weliswaar economisch georiënteerde) mbo-opleidingsrichtingen.

    Maar het is niet zo dat dit komt door de vergrote instroom in het hbo als gevolg van de conjunctuur. Onze analyses laten zien dat er geen correlatie te vinden is tussen (toegenomen) instroom en studiesucces, maar bovendien is het zo dat de relatieve groei van het aandeel mbo'ers in onze instroom niet dateert van de afgelopen jaren, maar de groeispurt belichaamt van tien jaar geleden. We hebben echt een vraagstuk.

    Woensdag 10 juni: kennis delen met Brussel en Antwerpen

    Weer zo'n mooie dag. En nu op weg naar Brussel. De dag begint met een foute beslissing, namelijk door met de auto naar Brussel te gaan. Tot de grens van de stad gaat het perfect, maar dan betalen we de prijs voor het feit dat Brussel hoofdstad van Europa is. De Europese top zorgt voor een afgesloten centrum en we rijden ons steeds vast. Steeds opnieuw doemt prikkeldraad op en grimmig kijkende mannen met zware wapens. Bijzondere stad, Brussel. De stad kent een multiculturaliteit waar een stad als Rotterdam wat bleek bij afsteekt en laat tegelijkertijd een andere vorm van mondialiteit zien, dat wil zeggen Europa, die overwegend wit is en totaal afgesloten van de wereld. Een schril contrast. We lopen de laatste twee kilometers. Geen straf.

    We zijn bijeengekomen met vertegenwoordigers van drie hogescholen, uit respectievelijk Antwerpen, Brussel en Rotterdam. Ik wil graag de banden met die hogescholen aanhalen aangezien ik veronderstelde dat ze met vergelijkbare vraagstukken van doen hebben. Zeker als het gaat om het vraagstuk van diversiteit en studiesucces. Mijn veronderstelling is correct. Dus volgt een inspirerende dag vol met ideeën hoe in en rond het onderwijs te werken aan oplossingen. Ook van deze dag blijft een zin hangend die me fascineert. Een docente uit Antwerpen zegt op enig moment dat we 'wat weg moeten kijken van diversiteit om het vraagstuk van diversiteit en studiesucces aan te kunnen pakken'.

    Ze brengt het vraagstuk terug tot de vraag 'wat is goed onderwijs en wat mogen we van onze professionals verwachten'. Ze komt daarbij tot een hele simpele kern: goed onderwijs leunt op empathie voor de student en het vermogen binding aan te gaan met de student. Te veel praten over diversiteit nodigt uit tot doelgroepenbeleid; niet verkeerd, het helpt, maar lost het basale vraagstuk niet op. Het weer opnieuw hebben over wat het geven van goed onderwijs in de moderne context inhoudt, brengt ons verder.

    Jeannot Thompson, van de Anderlechtse boksclub. Foto: Marina Meeuwisse

    We lunchen op een bijzondere plek, in de wijk Kuregem (Anderlecht) naast het beroemde Brusselse abattoir. Zo'n 25 voornamelijk witte, Nederlands sprekende mensen in een totaal verkleurde wijk, waar Nederlands op zijn best de derde taal is. Waar mensen overeind blijven in talloze informele economieën, waar armoede heerst, waar sommige mensen zodanig ontwortelen dat ze radicaliseren. En waar mensen hun best doen om ook de kansen van zo'n wijk te pakken. En dus eten we voedsel dat gemaakt is van de groente die over is van de plaatselijke markt. Tegelijkertijd maakt de plaatselijke boksclub zich klaar om 20 jonge ventjes en meisjes les te geven, ook start er een cursus breakdance en genieten wij van een heerlijke maaltijd. Voor een keer met (plaatselijk gebrouwen) bier. Multicultureel of niet, we zijn tenslotte in België.....

    Over de auteur

    Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam

    Ron Bormans (1957, te Schinnen, Zuid-Limburg) mag zich verheugen in een lange periode van ontmoetingen in en met het hoger (beroeps)onderwijs. Tijdens zijn studies: Natuurkunde (propedeuse) in Eindhoven en Politicologie / Bestuurskunde in Nijmegen. Maar ook in zijn loopbaan. Hij werkte o.a. als plv. directeur HBO en directeur Studiefinanciering bij OCW. Daarnaast was hij consultant bij Capgemini. Op dit moment geeft hij leiding aan Hogeschool Rotterdam als bestuursvoorzitter, een functie die hij eerder bekleedde bij de HAN. Maar hij deed ook de HvA en Inholland aan en hield toezicht op onderwijsprogramma's als directeur NQA.

    Elke twee weken is de nieuwe blog-post ook te volgen op Twitter via @ronbormans1.