Menu
    English

    Onze wereld lijkt een beetje ziek, maar is het wel van het coronavirus?

    Column Walter Baets over verandering van onze waarden door de crisis

    Column van lector Values Based Leadership Walter Baets over hoe de coronacrisis onze kijk op de wereld en op onze waarden kan veranderen.

    Door Walter Baets. Gepubliceerd op 15-4-2020. 

    Terwijl veel te veel mensen direct of indirect lijden aan het coronavirus, en we daar alle aandacht en energie in moeten steken, mogen we ook niet het coronavirus beschuldigen van alles wat er mis lijkt te gaan. Alle slachtoffers in de wereld, ook die in Nederland, verdienen eerst en vooral onze zorg en steun.

    Er wordt langs alle kanten gezegd dat een crisis de dingen toont waar het om draait, en dat we een crisis nodig hebben om de dingen echt te veranderen. Ja, dat is misschien in werkelijkheid zo, maar omdat we zonder crisis blijkbaar kiezen de verkeerde dingen aandacht te geven. Maar dat is een keuze, geen natuurwet. We zouden het anders kunnen doen en misschien is het leuk om voort te bouwen op een aantal bewegingen die je nu ziet ontstaan.

    Anders leren kijken

    Na tijden aanbidden van het gouden kalf (economische groei, beurswaarden, financiële optimalisatie van onze logistieke ketens, ongebreidelde internationalisering met weinig controle op geldstromen) herontdekken we plots, terecht, dat de dingen die er toe doen dicht bij huis zitten. Het gaat om zorg, onderwijs, veiligheid, mensen die dicht rondom ons zitten. Die krijgen nu de aandacht terug en ik hoop dat dit een fundamentele verandering in ons doen en denken zal blijven. Het gaat uiteindelijk om mensen, niet om systemen. We worden ons bewust dat we het publieke goed verwaarloosd hebben, dikwijls weer voor dat gouden kalf, en zien daarvan nu de gevolgen. Laten we zorg dragen voor het sociale goed, wat mij betreft een van de verworvenheden van Europa. Maar terwijl we onze verbondenheid met de onmiddellijke omgeving herontdekken, en misschien zelfs nog wel onze samenhorigheid binnen een land, staat samenwerking buiten de grenzen sterk ter discussie. Om te beginnen binnen Europa, maar ook in de wereld. Gaat de EU dit overleven? Gaan we inzien dat we met elkaar verbonden zijn en zoals iemand correct schreef: ‘als we corona in Afrika niet onder controle krijgen, wordt dat het probleem van iedereen’. Misschien moeten we daar inderdaad anders naar leren kijken. Hopen maar dat de solidariteit niet stopt in het dorp. De herwaardering van de sociale cohesie is een goede; die houden we erin.

    Met zijn allen hebben we de uitbraak van corona onderschat en dit op meerdere vlakken. We hoopten dat het ‘daar’ zou blijven (we willen wel de economische voordelen van een samenwerking met China, maar de problemen moeten wel daar blijven). Op enige afstand hebben we gekeken hoe het daar mis ging. We dachten dat we wel op veilige afstand stonden. Maar dan hebben we grondig, zowel de exponentialiteit van deze epidemie, maar ook de mobiliteit ervan, onderschat. We schrikken plots van de wereld die we zelf gecreëerd hebben. De wereld is een complex systeem geworden (en niet alleen maar gecompliceerd), dat we dus niet (meer) kunnen controleren. Het systeem heeft zijn eigen logica, terwijl wij denken dat we het nog steeds kunnen beheersen. Tegen welke prijs? En met welk succes? Feike Sybesma vat het goed samen: hoe kan je jezelf of je bedrijf succesvol noemen, in een wereld die faalt?

    Hopelijk heeft deze crisis ons duidelijk gemaakt dat de wereld waarin we leven er eentje is van complexiteit, exponentialiteit, interactie tussen allerlei netwerken, zelf-organiserend, dus totaal oncontroleerbaar. Oh ja, en natuurlijk multidisciplinair (klinkt een beetje gek voor een epidemie) maar klinkt wel goed in ons denken. Wij zijn zo hopeloos opgedeeld in silo’s, sectoren, activiteiten, en plots zien we dat corona aan ‘alles’ raakt. Daar waren we niet klaar voor. Iedereen stond klaar om zijn oorlogje te voeren, maar we hebben het moeilijk de impact van corona te overzien en er zinnig mee te leven. Hopelijk kunnen we meer in die richting gaan denken. Het is geen keuze tussen gezondheid of economie, of tussen onderwijs en veiligheid, of tussen om het even wat. Het is een keuze voor de ontwikkeling van onze gemeenschappen, heel lokaal, maar dat in alle realiteit binnen een nationaal en internationaal kader. Ook grenzen zijn maar uitvindingen van mensen en alweer geen natuurwetten. 

    Kantelpunt

    Overigens lijkt de Nederlandse corona aanpak hierop te willen bouwen (of misschien wil ik het zo zien): de elementen van het netwerk (de mensen) hun verantwoordelijkheid geven en het kader scheppen om dit uitvoerbaar te maken. Samen zijn we verantwoordelijk voor het eindresultaat. De ene groep is niet meer belangrijker dan de andere (hoewel we nu wel even extra de zorgverleners nodig hebben). Maar ja, nog even kijken of we alles uiteindelijk kunnen samenbrengen, om onze maatschappij weer op die wijze op gang te brengen.

    Een ‘leuk’ positief bijeffect van de crisis is de lage uitstoot, o.a. door de sterk verlaagde mobiliteit. Een echte verademing zullen velen zeggen (sommigen denken dan nostalgisch terug aan de autoloze zondagen in de vorige eeuw). Heel cynisch, ik weet het, maar je hebt bijna een pandemie nodig om het uitstoot probleem te regelen, toch? Er wordt op grote school geëxperimenteerd met virtueel werken en virtueel onderwijs. Dat heeft uiteraard voor en nadelen, maar vooral, we moeten er misschien nog wel even aan wennen. We geven al honderden jaren les voor klasjes, en nu moeten we in een paar dagen gaan nadenken over hoe kinderen leren, in plaats van hoe kunnen we hen onderwijzen. Ik hoop terecht dat we deze dialoog en de experimenten volhouden, en uiteindelijk komen tot de broodnodige vernieuwing van het onderwijs: van onderwijs naar leren, van luisteren naar doen, competenties ontwikkelen, etc. We organiseren onszelf nog steeds met het doel op te leiden tot beroepen (financieel expert, logistiek expert, etc), maar we weten dat in tien jaar tijd de helft van deze beroepen niet meer zal bestaan, en dat we vandaag niet weten welke beroepen er dan bestaan. Een uitgelezen moment om ons onderwijs te richten naar competentie ontwikkeling (en niet alleen in woorden) en te gaan opleiden, bijvoorbeeld, voor waarden gebaseerd leiderschap, gericht op de ontwikkeling van competenties als ondernemen, innoveren, creativiteit, de competentie te verbinden (mensen en gemeenschappen), het totaal plaatje maken, etc. Ik denk dat we op een echt kantelmoment staan voor het onderwijs. Laten we dat aanpakken (en er geen angst voor hebben) om onze jongeren voor te bereiden op de andere wereld die zich aandient.

    Onderwijs voor iedereen

    Dan ook nog even denken aan wat dit zou kunnen bijdragen aan de toegankelijkheid van onderwijs voor iedereen. Virtueel onderwijs biedt daar heel veel potentieel voor. Vooral ook in emerging economies, maar daar kom ik nog op terug. Virtueel ondersteund onderwijs zou wel eens een zinnige manier kunnen zijn om onderwijs te leveren aan velen, heel flexibel, in afgelegen gebieden, in de vorm van life-long learning, en totaal aangepast aan ieder individu. Het kan, we moeten het gewoon doen. Ik denk dat we dan een andere, meer betekenisvolle wereld bouwen.

    Laten we deze kans aangrijpen om ons onderwijs te vernieuwen, maar ook kritisch te kijken naar hoe we met zijn allen werken en vergaderen. Wat kunnen we daarin beter doen, en voor we het weten bouwen we ook misschien nog wel oplossingen voor de uitstoot en de mobiliteit. Hebben we al die vergaderingen nodig? Hebben we al die procedures nodig? (Ik verwijs graag naar mijn 20 jaar oude boekje: Wie orde zaait zal chaos oogsten; en chaos oogsten we deze dagen). We zien een systeem benadering ontstaan. Komt vast goed; spannende maar interessante tijden.

    Waarde toevoegen aan de maatschappij

    Op een soms pijnlijke manier is het duidelijk geworden (maar dat wisten we natuurlijk al wel, want dat hebben we zo gemaakt) hoe lang onze logistieke ketens zijn, en hoe afhankelijk we daarvan geworden zijn. We zijn heel beperkt, maar hebben bijna geen flexibiliteit meer. Hopelijk geeft dit aanleiding om die ketens te herdenken, korter te maken, minder vervoer, minder vervuiling, maar ook lokale ontwikkeling. Waarom betrekken we onze spullen niet vanuit onze directe omgeving. Dat zou in elk geval de lokale economie ondersteunen. Ook in onze westerse wereld belangrijk, maar denk een moment aan wat het zou kunnen doen in emerging economies. Zij werken dan niet meer, onder discutabele omstandigheden, om onze ketens te voeden, maar ze gaan nu werken om hun eigen community te ontwikkelen, te voorzien van wat zij nodig hebben, en niet wij. Dat kan nog steeds in samenwerking met internationale bedrijven of landen, maar de bedoeling is veranderd. In plaats van het meest geavanceerde beademingsapparaat te ontwikkelen, gaan we er eentje ontwikkelen die doet wat het moet doen, geen enorme energievoorzienig nodig heeft en betaalbaar is. ‘Design for affordability’: we zijn niet alleen op de wereld. De vraag wordt: welke waarde voeg ik (bedrijf) toe aan de maatschappij. Inderdaad, community development (ook in Nederland) versus financieel ideale logistieke ketens. Het herdenken van onze logistieke ketens in ecosystemen heeft enorm potentieel voor ontwikkeling en maatschappelijk belang.

    Samen de wereld veranderen

    De persoonlijke uitdaging die ik zie, als we het moment willen aangrijpen om onze wereld meer verantwoord te maken, meer menselijk en meer relevant, is ons eigen consumptiegedrag. Uitstoot, de wegwerpmaatschappij, de verlenging van de logistieke ketens, het misbruik aan het einde van die ketens, hebben wel wat te maken met ons koop- en consumptiegedrag. Is het misschien niet het moment om te gaan consu-’minderen’, in plaats van consu-’meren’? Willen we dat? Willen we samen gaan nadenken over een wereld op mensenmaat, circulair, verantwoordelijk, inclusief? Maar dat kunnen we alleen met zijn allen doen: individuen, bedrijven, mkb’s, politici. Samen, in co-creatie, met het doel bij te dragen tot de ontwikkeling van de maatschappij. Dat begint soms bij simpele dingen. Ik haal graag historicus Rutger Bregman (in Davos) aan: Taxes, taxes, taxes. Hij werd even beroemd, maar het mediamoment is weg geëbd. De problematiek blijft. We gaan de wereld niet veranderen zonder de grote bedrijven (en natuurlijk verdienen de kleintjes ook alle aandacht), maar de groten moeten wel willen meespelen. Simpel toch?

    Daar hebben we ‘nieuw’ leiderschap voor nodig, ik noem het graag waarden-gebaseerd leiderschap. Dat leiderschap zal iedereen moeten vertonen, op alle niveaus. Want leiderschap op basis van waarden is een keuze, het is een wijze van kijken naar de wereld. Het gaat uit van het feit dat alles verbonden is, mensen met elkaar, maar ook met de natuur, dat er feedback-loops zijn, dat gebeurtenissen exponentieel zijn (en niet langer lineair). Terwijl de wereld geconfronteerd wordt met meer impactvolle exponentiele technologieën, kunnen we daar ook nuttig gebruik van maken, als we het totaal plaatje maar in het oog houden. Kortom, omdat controle onmogelijk wordt en er dus gekozen moet worden voor de mens, de omgeving, de ontwikkelingskansen van iedereen, inclusiviteit, etc, hebben we andere keuzes nodig. Deze keuze is er één van waarden; deze keuze zal een andere economische logica met zich brengen, en een andere maatschappij. Of niet; de keuze is de onze, maar de mogelijkheden om er iets moois van te maken zijn onuitputtelijk.

    Living lab

    Misschien nog een leuk idee. Kunnen we deze crisis aangrijpen om in onderwijsland een hele nieuwe aanpak uit te proberen? Een living lab waar bedrijven, studenten, docenten en onderzoekers samenwerken om aan de slag te gaan met echte wicked problemen, problemen waar de oplossingen er toe doen. Zo leiden we studenten op in deze nieuwe competenties, maar ondersteunen we ook bedrijven - zowel in innovaties als in het ontwikkelen van nieuwe competenties bij hun medewerkers. Onderwijs en onderzoek worden direct relevant, want we werken met echte mensen die echte problemen hebben, en terwijl we jonge mensen laten leren, hun de nieuwe competenties meegeven, dragen we ook nog bij aan probleemoplossingen. Stel je voor: een multidisciplinaire master in business innovation, learning-by-doing, werkende aan innovaties met bedrijven (niet ‘voor’ bedrijven), de kracht van een divers en creatief ecosysteem. We zouden het gewoon kunnen doen. Beeld je in: op een ochtend sta je op en plots blijken er geen onderwijsregeltjes meer te zijn. Welke fantastische dingen zou je kun nen doen?

    Tijd van bezinning

    Tenslotte is deze periode van gedwongen rust misschien wel een mogelijkheid ook even naar onszelf te kijken. Geniet van de verstilling en van het ‘wat is’. Vergeet even wat er nog allemaal moet gebeuren. Leef even in het moment en misschien zal je plots de vogeltjes terug horen fluiten. Je kan misschien wel herontdekken hoe je je dan voelt. En misschien wil je na de crisis wel ruimte blijven geven aan die stilte. In de ruimte tussen de gedachten ontstaat impact.

    Deze column is geschreven door lector Values Based Leadership Walter Baets.